Dal sito della Polizia olandese, in memoria del collega

WEL OF NIET
DOOD DOOR EEN BEDRIJFSONGEVAL
De lange schaduw van de Bijlmerramp
http://www.politiebond.nl/bb00-8-2.html [access denied - accesso negato]

Op zondagavond 4 oktober 1992 schoot rechercheur Nico Ojevaar zijn collega's te hulp bij het vele politiewerk dat in de Bijlmermeer nodig was na het neerstorten van een Boeing in dat stadsdeel. Anderhalf jaar later overleed hij op 35-jarige leeftijd aan een zeldzame vorm van acute leukemie. Zijn weduwe Saskia Ojevaar is ervan overtuigd dat hij deze fatale aandoening heeft opgelopen door het inademen van verarmd-uraniumdeeltjes op de rampplek en probeert met de moed der wanhoop voldoende bewijs te verzamelen om zijn ziekte erkend te krijgen als een bedrijfsongeval. Helaas blijken zowel 'de politie' als 'de overheid' tot op heden niet of nauwelijks in staat tot meeleven of meedenken…

Vanaf een schilderij kijkt 'Nicky' nog altijd haar huiskamer in: een vriendelijk ogende Hollandse jongen met een royale hoeveelheid bruine krullen. Saskia vertelt dat het portret gemaakt is door een oom van Nico; het uitgestrekte landschap op  de achtergrond symboliseert de veelbelovende toekomst die zijn neef nog voor zich had toen hij stierf. Niet alleen liet het NPB-lid twee jonge kinderen achter (Chantal van 12 en Raymon van 9), ook was hij binnen 'Unit 4' (Georganiseerde Criminaliteit en Drugs) een gewaardeerd teamlid: volgens zijn collega's was hij niet alleen een rechercheur in hart en nieren, maar ook een 'gevoelsmens', op wie je zelden tevergeefs een beroep deed.

Om te beginnen terug naar zondagavond 4 oktober 1992: Nico had een vrije dag, maar werd 's avonds opgeroepen te komen helpen in de Bijlmer, samen met de andere leden van Unit 4. Wat werd hij precies geacht te doen?

'In eerste instantie was zijn taak de leden van het Rampen Identificatie Team (RIT) bij hun werkzaamheden te ondersteunen. Ik heb begrepen dat ze om een uur of half tien op de rampplek arriveerden en vervolgens geruime tijd door het smeulende puin hebben gelopen, zonder enige vorm van bescherming. Daarna is Nico naar een bureau in de Bijlmer gebracht en heeft hij de coördinatie van bepaalde activiteiten op zich genomen. 's Nachts kwam hij onder het roet thuis en met een afschuwelijke stank over zich. Hij bleek vreselijk ontdaan over wat hij allemaal had gezien en meegemaakt. Ik herinner me dat hij niet uitgepraat raakte over de enorme rook en hoe het moest zijn om daar als brandweerman geregeld mee te maken te hebben. Hij heeft de rest van die nacht ook niet kunnen slapen…

 Uit zijn neus is nog dagenlang zwart snot gekomen.'

Zo'n twee maanden later kreeg Nico ineens allerlei gezondheidsproblemen…

'Een hele nare droge hoest, vermoeidheid, huiduitslag, overmatig transpireren. Zelf dacht Nico in eerste instantie aan een flinke griep. Hij was op zich een gezonde jongen: deed veel aan sport, rookte niet…  Maar de problemen namen alleen maar toe: hij kreeg bijvoorbeeld ook steenpuisten, vooral bij zijn scrotum. Eentje werd op een gegeven moment zo groot dat ze hem operatief hebben weggehaald. Volgens de artsen was de oorzaak een kokbacterie die ongehinderd zijn gang had kunnen gaan doordat Nico zijn weerstand zo laag was – op zich 'niets bijzonders'… Hij kreeg ook last van concentratieproblemen; viel steeds flauw. Volgens de weekendarts kwam dat echter door het weghalen van dat abces: hij moest aansterken en zeker niet in bed blijven liggen. Nou, dat moest je tegen Nico zeggen!  Hij was sowieso al die tijd steeds blijven werken en ging dus ook eind december 'op doktersadvies' nog een tap draaien. Hij kwam echter meer dood dan levend thuis, zo moe was hij. De kerstdagen die volgden was hij echt heel ziek.'

Begin januari 1993 kreeg hij de uitslag van een bloedonderzoek.

'De huisarts belde op: Nico moest meteen naar het ziekenhuis komen voor nader onderzoek; zijn bloedwaarden waren zorgwekkend laag. Hij bleek te lijden aan een zeer agressieve vorm van leukemie, waarbij het lichaam helemaal geen witte bloedlichaampjes meer aanmaakt. Behandeling was alleen mogelijk in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam, met een nieuwe methode – kort samengevat: een hele hoge dosering vitamine A – die een kleine kans op succes bood. Nico zei: 'Ik heb 50 procent kans: ik haal het of ik haal het niet. Ik ga voor goud!' En verdomd: ze kregen hem 'schoon'!

De zomer van 1993 zijn we vervolgens nog samen op vakantie geweest naar Italië met zijn voetbalmakkers van de politie, die daar erg op aangedrongen hadden. Hij moest zich toen wel in acht nemen hoor, want hij was snel heel erg moe.'

Tot jullie grote schrik bleek na die vakantie de leukemie echter weer terug…

'Ja, dat was een enorme klap. Nico heeft toen een tweede behandeling gehad, die in eerste instantie bestond uit een reeks chemokuren met bijbehorende isolatieperiodes. De opzet was hem zo gauw mogelijk weer 'schoon' te krijgen en vervolgens een beenmergtransplantatie uit te voeren. In maart 1994 is dat ook gebeurd, maar uiteindelijk heeft hij die uitputtingsslag niet overleefd. Hij kreeg na afloop zulke longbloedingen dat de doktoren hem noodgedwongen in coma moesten brengen en aan de beademing leggen. Vervolgens staan ze dan in feite met hun rug tegen de muur; ze pompen er nog wel van alles in, maar het is voor hen ook afwachten geblazen. Drie weken heeft Nico in coma gelegen: zijn hersen waren beschadigd, zijn ogen waren stuk; hij was zo septisch, de gaten vielen in zijn lichaam Verschrikkelijk – voor de kinderen ook. Langzaam groeiden we naar het besef dat het beter zou zijn hem maar voorgoed te laten inslapen. Die beslissing hebben we uiteindelijk gelukkig niet zelf hoeven nemen: op donderdagmiddag 7 april overleed Nicky uit zichzelf…'

Hoe werd  vanuit de politie op Nico's ziekte gereageerd?

Tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis kreeg hij geregeld bezoek van collega's en van de chef van Unit 4 – aanvankelijk was Nico eigenlijk degene die de boot op dat gebied een beetje afhield. Commissaris Bernard Welten (de toenmalige chef van de Centrale Recherche) is met zijn vrouw op bezoek geweest, in de tijd van de chemokuren. Later hebben we ook een rouwkaart van hen gekregen… Nico's collega's van Unit 4 hebben de kist naar zijn laatste rustplaats gedragen; zijn chef heeft de kinderen en mij een keertje meegenomen naar het politiebureau om te laten zien waar hij mee bezig was geweest. Ook ben ik daarna altijd uitgenodigd als er een etentje werd georganiseerd of iets dergelijks. Dat heeft me allemaal veel goed gedaan. Ook bij het invullen van al het papierwerk ben ik door het korps goed begeleid. Maar over het gebeurde praten – dat was altijd een beetje uit den boze.

Wie heeft als eerste een verband gelegd tussen zijn ziekte en zijn werkzaamheden in het rampgebied?

'Nou, eigenlijk Nico zelf. Die zei in het ziekenhuis meteen: 'Dit moet een oorzaak hebben; zou het niet kunnen komen doordat ik in de Bijlmer iets naar binnen heb gekregen?' Het antwoord van de hematoloog (bloedexpert) was toen: 'Dat is onwaarschijnlijk, want dan hadden er veel meer mensen ziek moeten zijn.'

Wij hebben ons destijds met de oorzaak verder niet beziggehouden; al onze aandacht en energie gingen op aan de behandeling van Nico en het draaiende houden van ons gezin. Ook na zijn overlijden heb ik een tijd lang alles op alles moeten zetten om ons leven weer op de rails te krijgen; zowel de kinderen als ik hadden het psychisch ontzettend moeilijk met het wegvallen van Nico. Ik ben een tijd echt van de wereld geweest – als gevolg van de stress in twee, drie jaar tijd zo'n dertig kilo aangekomen. Gelukkig vond ik op een gegeven moment houvast bij een oude vriend, Peter van Rooij, met wie ik inmiddels getrouwd ben en zelfs een nieuw dochtertje heb. Hij is ook degene geweest die me heeft aangemoedigd me wat meer te gaan verdiepen in wat Nico eigenlijk is overkomen.'

De laatste foto die van Nico, samen met zijn vrouw en kinderen gemaakt werd

Hoe kwam je op het idee dat zijn leukemie wel eens veroorzaakt zou kunnen zijn door het inademen van deeltjes verarmd uranium, vrijgekomen bij het verbranden van de Boeing?

'We zagen op televisie een documentaire over dat onderwerp en hebben daar toen bij de Stichting Visie meer informatie over opgevraagd, onder andere de uitkomsten van onderzoek onder Amerikaanse Golfoorlogveteranen. Ook hebben we Nico's medisch dossier opgevraagd bij het AMC en zijn nogmaals gaan praten met de hematoloog die destijds in het team zat dat hem behandelde. Hij vond het bij nader inzien heel aannemelijk dat verarmd uranium de boosdoener was. Tot onze verbazing bleken in het AMC nog allerlei weefsel- en botmonsters van Nico opgeslagen te liggen – allemaal nog bruikbaar. Die hematoloog heeft eraan meegewerkt dat deze naar Canada zijn gestuurd om daar onderzocht te worden op de aanwezigheid van sporen verarmd uranium. Helaas is dat alweer ruim een jaar geleden en nog altijd hebben we niets gehoord.'

Inmiddels was ook de parlementaire enquête-commissie hard aan het werk.

'Ik heb die commissie opgebeld om mijn verhaal te doen en ik ben zeer welwillend aangehoord. De kinderen van Nico hebben allebei een brief naar de enquête-commissie geschreven; ook allebei een vriendelijk antwoord gekregen. Maar verder gebeurt er dan helemaal niets!

En wat wordt er geconcludeerd in het eindrapport: bij de Bijlmerramp is een grote hoeveelheid verarmd uranium geoxideerd en geheel of gedeeltelijk verspreid, mogelijk zelfs 150 kilo; hieruit zijn geen chronische gezondheidsproblemen ontstaan voor grote groepen mensen, maar het is niet uit te sluiten dat onder specifieke omstandigheden enkele individuen zoveel uraniumoxide hebben ingeademd dat zij daardoor een besmetting hebben opgelopen. Ja, en dan…? Dat staat er dan wel zo mooi zwart op wit, maar het brengt de erkenning van Nico's dood als een bedrijfsongeval geen stap dichterbij.'

Heb je over deze zaak ook nog contact met de politie opgenomen – in casu met het korps Amsterdam-Amstelland?

'Uiteraard. Ik heb Bernard Welten gebeld – vlak voordat hij korpschef werd in Groningen – en aan zijn secretaresse verteld waar ik hem over wou spreken. Nooit meer iets van gehoord. Wel heb ik begin vorig jaar gesproken met een medewerkster van het Bureau Sociaal Medische Begeleiding van het korps – inmiddels omgedoopt tot de Cluster Zorg – die mij aanraadde nog even geduld te hebben: er was een grootscheeps medisch onderzoek op komst. Daar zouden we voor worden opgeroepen en dan zou de hele zaak wetenschappelijk bekeken worden. De uitkomsten van dat onderzoek zouden gezaghebbend zijn: 'collectief kunnen we meer doen'.

Op 3 januari van dit jaar is dat Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer van start gegaan; zijn jullie inmiddels al opgeroepen?

'Nee, nog niet. We hebben wel op 10 juli jongstleden een gesprek gehad met een medewerkster van het Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp – een fonds dat eenmalige bedragen uitkeert om getroffenen te helpen hun leven sociaal-economisch in het gareel te krijgen. Tijdens dat gesprek zei die mevrouw dingen als 'je moet dit boek sluiten' en 'je moet verder met je leven'. Ik heb toen gezegd: dit boek is voor mij nog niet te sluiten; ik wil eerst serieuze aandacht voor wat er volgens mij met Nico gebeurd is. Ik word er letterlijk en figuurlijk ziek van dat ik die niet krijg. Ik heb een veel te hoge bloeddruk: mijn onderdruk is steeds over de 100 en met medicijnen niet naar beneden te krijgen. Ik begin nu ook reumatische klachten te krijgen. Allemaal door stress: ze hebben allerlei scans gemaakt en daar kunnen ze geen fysiek mankement op vinden…

Die mevrouw meldde tussen neus en lippen door echter wel iets heel interessants…

'Ja, op een gegeven moment liet ze zich ontvallen dat ik niet de eerste weduwe was  die zich bij het Hulpfonds meldde in verband met het overlijden van haar echtgenoot aan een vorm van acute leukemie. Ze had van haar collega's begrepen dat er de afgelopen maanden nog zes van dergelijke weduwen voor een intake-gesprek langs waren geweest. Ik heb laten weten dat ik dolgraag met die mensen in contact zou willen komen en die mevrouw dringend gevraagd mijn telefoonnummer aan die zes anderen door te geven… Mochten zij of andere lotgenoten dit artikel lezen: meldt u zich svp bij de NPB (079 – 3536161; vraagt u naar Dick Harte of Debbie Fonke)!

Verwacht je dat het Medisch Onderzoek het wetenschappelijk bewijs gaat opleveren voor jouw stelling dat Nico is overleden als gevolg van het inademen van verarmd uraniumdeeltjes?

'Ik verwacht in ieder geval dat ze serieus gaan proberen in weefselmateriaal van Nico de aanwezigheid van verarmd uraniumdeeltjes vast te stellen. Alleen op die manier wordt het uiterste gedaan om de waarheid over de oorzaak van zijn dood boven water te krijgen. De uitkomst kan als referentiepunt van groot belang zijn voor collega's van hem die in 1992 ook in de Bijlmer zijn ingezet. Wie weet welke gezondheidsproblemen hen nog te wachten staan….'

De NPB zal de verdere lotgevallen van Saskia Ojevaar aandachtig blijven volgen, evenals die van andere bij de Bijlmerramp betrokken NPB-leden en hun levenspartners.